Air France-KLM ziet af van plannen om van zijn onderhoudsactiviteiten een aparte divisie te maken. Dat heeft het luchtvaartconcern maandag aan de vakbonden laten weten. Het idee stuitte op veel verzet van zowel Nederlandse als Franse onderhoudsmonteurs.
Begin november maakte Air France-KLM bekend dat het de mogelijkheden ging bestuderen om van de onderhoudsdivisies van Air France en KLM een apart bedrijfsonderdeel te maken. Het bedrijf ziet reparatie en onderhoud van vliegtuigen als een groeimarkt waarin veel winst te behalen valt.
Angst voor banenverlies
De bonden vreesden evenwel dat een samenvoeging van de onderhoudsactiviteiten uiteindelijk tot banenverlies zou lijden. Bovendien zagen zij de noodzaak er niet van in, omdat de onderhoudsdivisies bij beide luchtvaartmaatschappijen binnen de groep flink bijdragen aan de winst.
Dat het plan niet doorgaat, wil niet zeggen dat alles bij het oude blijft. Volgens directeur Franck Terner van Air France is het hoe dan ook noodzakelijk efficiënter te gaan werken. Alleen zo kan financiële ruimte ontstaan om te investeren in groei voor het hele bedrijf. “De status quo is geen optie”, schrijft Terner aan de bonden.
Proefballen nieuwe topman Air France-KLM
Topman Jean-Marc Janaillac, die afgelopen zomer aantrad, liet zijn proefballonnetje ruim een maand geleden op bij de presentatie van zijn toekomstvisie. Doel van dat plan is het vertrouwen tussen personeel en directie, en tussen het Franse en Nederlandse smaldeel binnen de groep, te verbeteren.
Janaillac kondigde destijds ook aan dat naast Air France een nieuwe, Franse dochtermaatschappij wordt opgetuigd. Die moet met goedkoper personeel de concurrentie aangaan met rivalen uit het Midden-Oosten, op routes waar de omzet het sterkst onder druk staat. Bij dat plan staan de Franse bonden overigens evenmin te springen.